Het avondmaal, de maaltijd des Heren

De maaltijd des Heren is een instelling die Jezus zelf heeft ingesteld op de vooravond van Zijn dood.

In onze dagen vinden we verschillende gedachten aangaande het avondmaal.
Sommige groeperingen doen het één keer per maand, een andere groep weer één keer per kwartaal en een volgende weer één keer per jaar. En dan zijn er anderen die het elke week observeren. Wat schrijft en zegt de Bijbel eigenlijk?

De Bijbel is geen boek dat ons in allerlei verschillende richtingen stuurt, nee, het richt ons allemaal in dezelfde richting.
Paulus leerde hetzelfde in alle gemeenten. (1 Kor. 4: 17; 7: 17)

Ook lezen we dat we niets aan het woord mogen toevoegen, (Spreuken 30: 5, 6)
Christenen kunnen in éénheid staan in hun geloof, niet alleen kunnen, maar ze moeten één staan in hun geloof.

Het waarlijk liefhebben van God resulteert in het doen van Zijn wil. (Joh. 14: 15; Joh. 15: 14; 1 Joh. 5: 3)

Mensen die waarlijk passioneel zijn over God en Zijn woord kunnen alleen maar dichter bij elkaar komen. God drijft Zijn ware kinderen nooit uiteen, maar drijft ze altijd naar elkaar toe.

Paulus spoort gelovigen aan: Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, een van zin en een van gevoelen. (1 Kor. 1: 10)

Laten we onderzoeken wat de wil des Heren is aangaande het avondmaal.

Het verhaal van de instelling van de maaltijd des Heren vinden we op verschillende plaatsen in de Bijbel.

  • Matt. 26: 26- 30
  • Markus 14: 12- 26
  • Lukas 22: 1- 22

In dit artikel willen we een aantal vragen overdenken, op welke dag van de week wordt de maaltijd des Heren geobserveerd, op welke wijze wordt dit gedaan en hoe vaak word deze maaltijd geobserveerd.

Wat voorafgaande gedachten.

Op de vooravond van Zijn dood heeft Christus het Pascha met Zijn discipelen gevierd.
Tijdens dit Pascha heeft Christus het avondmaal ingesteld. (1 Kor. 11: 23- 26)

Christus beloofde dat Hij dit avondmaal opnieuw zou drinken in het koninkrijk. (Matt. 26: 29)
Het koninkrijk is gekomen met de dood van Christus, (Markus 9: 1; Handl. 2: 29- 35; Hebr. 9: 15- 17)

Een belangrijk gegeven aangaande dit koninkrijk is dat Johannes de Doper begonnen is met het prediken aangaande dit komende koninkrijk, (Matt. 3: 1- 2) Christus heeft dat voortgezet (Matt. 4: 23) en met de dood en opstanding van Christus hebben de Apostelen dit verder voortgezet en dit onder de eerdere instructie van Christus zelf.
In het boek van Johannes lezen we dat Christus de Apostelen nog veel moest vertellen maar ze konden dit niet dragen. De Heilige Geest zou komen en zou hen leiden in alle waarheid. (Joh. 14: 25- 26; 15: 26- 27; 16: 7- 15)

Zo zien we dat de Apostelen de autoriteit hadden gekregen van Christus om te spreken na Zijn dood. De eerste gemeenten werden geleid door de woorden van de Apostelen.

De Apostelen waren in het koninkrijk, Christenen zijn in het koninkrijk, (Rom. 14: 17; 1 Petrus 2: 9; Openb. 1: 6) en zo worden Christenen geleerd door de woorden van Christus en de Apostelen.

Christenen van de eerste gemeenten hadden hun samenkomsten op Zondag, de eerste dag van de week. (Handl. 20: 7; 1 Kor. 16: 1- 2)

Een aantal cruciale teksten.

In het nieuwe Testament vinden we een aantal cruciale teksten die ons een begrip geven van hoe vaak het avondmaal gehouden werd en op welke dag dit werd gedaan.

Een eerste tekst.

Handl. 2: 41  Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd.

Handl. 2: 42  En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.

Handl. 2: 43  En er kwam vrees over alle ziel en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.

Handl. 2: 44  En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk;

Handl. 2: 45  en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden;

Handl. 2: 46  en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten,

Handl. 2: 47  en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden. 

Wat zien we in deze tekst?
1) Degene die tot geloof gekomen waren, lieten zich dopen en drieduizend zielen werden toegevoegd aan de kring die behouden werden.

2) Deze nieuwe gelovigen bleven volharden in het onderwijs der apostelen, de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.

3) Allen die tot geloof gekomen waren hadden alles gemeenschappelijk, sommige verkochten bezittingen en have en deelden deze uit aan allen die er behoefte aan hadden.

4) Ze waren eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud.

Als we naar bovenstaande woorden kijken dan zien we een verschil tussen het breken van het brood in vers 42, en het breken van het brood aan huis in vers 46.

De eerste benoeming van het breken van het brood (42) is een referentie naar het avondmaal, de tweede benoeming van het breken van het brood is een referentie naar gezamenlijke maaltijden, dit omdat er staat "ze braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap".

De Bijbel gebruikt het breken van het brood in referentie tot het avondmaal, maar ook als referentie tot gezamenlijke maaltijden.

Breken van het brood als avondmaal.

  • Matt. 26: 26
  • Mark 14: 22
  • Luke 22: 19
  • 1 Cor. 11: 24

Breken van het brood als maaltijd.

  • Matt. 14: 19: 15: 36
  • Mark 6: 41; 8: 6, 19
  • Luke 9: 16; 24: 30
  • Handl. 27: 35- 38

Als we gaan nadenken over deze teksten zien we dat de context ons gaat helpen om te bepalen welke maaltijd wordt bedoeld.

Er zijn een aantal redenen om te zien dat “het breken van het brood” uit vers 42 het avondmaal is en dat “het breken van het brood” uit vers 46 dagelijkse maaltijden waren.

In de eerste plaats zien we dat vers 42 over vier “geestelijke zaken” spreekt, 1) het volharden bij het onderwijs der apostelen, 2) de gemeenschap, 3) het breken van het brood en 4) de gebeden.
Al deze zaken geven een beeld van het geestelijke leven van deze mensen. Al deze elementen staan in relatie tot het geestelijke en niet tot het sociale.
In contrast zien we dat “het breken van het brood” uit vers 46 in relatie staat tot het sociale.

In vers 46 word ook gesproken over “braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden”.

We zien dit onderscheid ook in 1 Korinthe hoofdstuk 11.
Ook daar word gesproken over maaltijden die in huis plaatsvinden, dit in contrast tot het avondmaal wat de reden was voor hun samenkomsten.

Dus, onze eerste tekst laat zien dat Christenen volhardend waren in het breken van het brood. De eerste Christenen observeerden het breken van het brood, het avondmaal.

We weten uit deze tekst nog niet hoe vaak ze het deden, maar we weten wel dat ze het deden en dat ze er volhardend in waren.

Een tweede tekst.

In ons zoeken naar het Bijbelse beeld over het avondmaal willen we een tekst uit 1 Korinthe overdenken, die ons een beeld geeft op welke dag de Christenen samenkwamen voor de samenkomst.

1 Kor. 16: 1  Over de inzameling voor de heiligen: zoals ik aan de gemeenten van Galatië heb voorgeschreven, zo moet ook gij doen:

1 Kor. 16: 2  elke eerste van de week moet ieder van u bij zichzelf iets wegleggen, opsparend naar vermogen, opdat niet wanneer ik kom, er dán inzamelingen moeten worden gehouden.

In deze tekst zien we dat Christenen elke eerste dag van de week samenkwamen.

In deze tekst worden de woorden gebruikt “elke eerste dag van de week”.

Uit deze woorden mogen we concluderen dat de eerste dag van de week, elke eerste dag van de week, een bijzondere plaats had in het leven van de eerste Christenen.

Het Griekse woord voor “elke” is het woord “kata”. 

Dit woord word ook gebruikt in Handelingen 15: 21: Immers Mozes heeft van oudsher in iedere stad, die hem prediken, daar hij elke sabbat in de synagogen wordt voorgelezen.

We komen het ook tegen in Openbaring 22: 2: Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren.

Deze tekst, 1 Korinthe 16: 1, 2 laat ons zien dat de Christenen elke eerste dag van de week samenkwamen voor een samenkomst.

Als we ons tweede punt aan het eerste punt toevoegen zien we dat de eerste Christenen vaststonden in de leer van de Apostelen en deze leer hield in dat zij het brood braken.
Dit tweede punt laat zien dat de Christenen elke eerste dag van de week samenkwamen.

Een woord over de eerste dag van de week.

Waarom lezen we de woorden eerste dag van de week? Waarom lezen we niet over Zondag?

Het antwoord op deze vraag ligt in het principe dat de Joden geen namen hadden voor de verschillende dagen zoals wij dat hebben.

De Joden hadden maar één dag die een naam had en dat was de Sabbat, de verdere dagen waren de eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde dag van de week. 

Wat zien we dan?

  • Zondag, de eerste dag der week.
  • Maandag, de tweede dag der week.
  • Dinsdag, de derde dag der week.
  • Woensdag, de vierde dag der week.
  • Donderdag, de vijfde dag der week.
  • Vrijdag, de zesde dag der week.
  • Zaterdag, de sabbat.

Een derde tekst.

Een derde tekst die erg belangrijk voor ons is in 1 Korinthe 11.

1 Kor. 11: 17  Nu ik dit voorschrijf, moet ik er tevens mijn afkeuring over uitspreken, dat uw samenkomsten niet tot zegen, maar tot schade zijn.

1 Kor. 11: 18  Want vooreerst is er, naar ik hoor, wanneer gij als gemeente samenkomt, verdeeldheid onder u, en ten dele geloof ik dit.

1 Kor. 11: 19  Want scheuringen moeten er wel onder u zijn, zal het blijken, wie onder u de toets kunnen doorstaan.

1 Kor. 11: 20  Wanneer gij dan bijeenkomt, is dat niet het eten van de maaltijd des Heren;

1 Kor. 11: 21  want bij het eten neemt ieder vooraf zijn eigen deel, zodat de een hongerig is en de ander dronken.

1 Kor. 11: 22  Hebt gij dan geen huizen om te eten en te drinken? Of minacht gij zozeer de gemeente Gods, dat gij de behoeftigen beschaamd maakt? Wat zal ik tot u zeggen? Zal ik u prijzen? Op dit punt prijs ik niet.

1 Kor. 11: 23  Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam,

1 Kor. 11: 24  de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis.

1 Kor. 11: 25  Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.

1 Kor. 11: 26  Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.

1 Kor. 11: 27  Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren.

1 Kor. 11: 28  Maar ieder beproeve zichzelf en ete dan van het brood en drinke uit de beker.

1 Kor. 11: 29  Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel, als hij het lichaam niet onderscheidt.

1 Kor. 11: 30  Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en er ontslapen niet weinigen.

1 Kor. 11: 31  Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen.

1 Kor. 11: 32  Maar onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden.

1 Kor. 11: 33  Daarom, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, wacht op elkander.

1 Kor. 11: 34  Heeft iemand honger, laat hij thuis eten, opdat gij niet tot uw oordeel bijeenkomt. Het overige zal ik regelen, wanneer ik kom.

Aangaande deze tekst willen we wat zaken overdenken.

De samenkomsten van de gemeente.

De gehele context gaat over de samenkomst. (vers 17, 18 en 20) Dit geeft een duidelijk beeld.
Waar Paulus hier over spreekt is de tijd dat de gemeente samenkwam, en deze samenkomsten waren niet tot zegen.

Deze woorden laten duidelijk zien dat de eerste gemeenten samenkomsten hadden.
En deze samenkomsten waren op de eerste dag van de week. (Handl. 20: 7; 1 Kor. 16: 1- 2)

Als Paulus dan deze samenkomst verder gaat bespreken gaat hij schrijven over het avondmaal en de misbruiken die deze Christenen daarvan hadden gemaakt.

Wat zien we dus?
De samenkomst waar Paulus over spreekt was de plaats waar het avondmaal werd gehouden.

Gewone maaltijden worden in huis gegeten.

In deze tekst zien we belangrijke woorden aangaande de gewone dagelijkse maaltijden.

1 Kor. 11: 22  Hebt gij dan geen huizen om te eten en te drinken? Of minacht gij zozeer de gemeente Gods, dat gij de behoeftigen beschaamd maakt? Wat zal ik tot u zeggen? Zal ik u prijzen? Op dit punt prijs ik niet.

1 Kor. 11: 34  Heeft iemand honger, laat hij thuis eten, opdat gij niet tot uw oordeel bijeenkomt. Het overige zal ik regelen, wanneer ik kom. 

Beide teksten laten zien dat Paulus een onderscheid maakte tussen het avondmaal, wat de primaire reden was voor de samenkomst en de maaltijden die aan huis behoorde te geschieden.

In al deze bovenbeschreven punten zien we, 1) de samenkomst was primair voor het avondmaal, 2) de gewone maaltijden vonden plaats aan huis.

Dus, als we nu onze derde tekst gaan koppelen aan de eerste en tweede dan zien we het volgende.
De eerste gemeente stond vast in de complete leer en voorbeeld van de Apostelen.
Een gedeelte van deze leer was om het brood te breken, van onze tweede tekst zien we dat de Christenen elke eerste dag van de week samenkwamen en in onze derde tekst zien we dat de samenkomsten primair over het avondmaal ging.

Zo weten we dat de eerste Christenen elke week samenkwamen om het brood te breken en ze deden dit op de eerste dag van de week.

Een vierde tekst.


We zullen nu een vierde tekst bespreken. Dit is Handelingen 20: 1- 12

Handl. 20: 1  Nadat nu de opschudding was bedaard, riep Paulus de discipelen tot zich en sprak hen bemoedigend toe. Daarop nam hij afscheid en begaf zich op reis naar Macedonie.

Handl. 20: 2  En nadat hij die streken doorreisd en hen uitvoerig toegesproken had, kwam hij in Griekenland.

Handl. 20: 3  En toen hij daar drie maanden vertoefd had en de Joden een aanslag tegen hem smeedden, terwijl hij op het punt stond om over zee naar Syrië te gaan, kwam hij tot het besluit door Macedonië terug te keren.

Handl. 20: 4  En Sopater, de zoon van Pyrrus, uit Berea, en van de Tessalonicenzen Aristarchus en Secundus, en Gajus uit Derbe en Timoteus, en uit Asia Tychikus en Trofimus, vergezelden hem.

Handl. 20: 5  Dezen waren echter vooruitgereisd en wachtten ons te Troas op.

Handl. 20: 6  Maar wij voeren na de dagen der ongezuurde broden van Filippi af en kwamen binnen vijf dagen bij hen te Troas aan, waar wij zeven dagen doorbrachten.

Handl. 20: 7  En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht.

Een aantal punten aangaande deze tekst.

De eerste Christenen kwamen samen op de eerste dag van de week om het brood te breken.

Wat doen Christenen als ze dit avondmaal vieren?

Ze gedenken Christus en wat Hij aan het kruis heeft gedaan.

 Toen Christus het avondmaal instelde sprak Hij de woorden: “Doe dit tot mijn gedachtenis”. Dat is wat Christenen doen als zij het avondmaal vieren. Ze gedenken de dood van Christus.

Zoals de Israëlieten een maaltijd hadden, het Pascha, om hun uittocht uit Egypte te gedenken, zo gedenken Christenen hun uittocht uit het land der zonde, door de offerande van Jezus Christus.

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven